Tegenwoordig is de Sahara een droog woestijngebied, maar tijdens het vroege en midden-holoceen (zo'n tienduizend tot vierduizend jaar geleden) was het rijk aan water. In de grotten in het gebied vinden archeologen nog altijd de resten die de prehistorische bewoners er achterlieten.
In het zuidwesten van Libië, in de archeologische vindplaats Takarkori, vonden onderzoekers 17.551 resten van dieren. Vissen, vooral meervallen en tilapia's, waren goed voor 80 procent van de gevonden resten. 19 procent kwam van zoogdieren en de rest bestaat uit resten van vogels, reptielen, amfibieën en weekdieren.
In de restanten zaten snij- en brandplekken, wat er volgens wetenschappers op duidt dat ze prehistorische maaltijden gevonden hadden.
Uit het dateren van de resten blijkt dat de bewoners van Takarkori steeds minder vis begonnen te eten. Dit wijst er volgens de onderzoekers op dat deze mensen geleidelijk overgingen op jagen of het houden van vee.