Al enkele jaren fotograferen en filmen meer mensen met een smartphone dan met een 'echte' camera. Heel gek is dat niet, want er werden in het afgelopen jaar 1,5 miljard smartphones verkocht tegenover 20 miljoen compact-, systeem- en spiegelreflexcamera's. Het aantal camera's dat wordt verkocht, heeft een dieptepunt bereikt vergeleken met de meer dan 100 miljoen stuks die in de periode 2008 tot 2012 jaarlijks werden verkocht. Wat verkopen betreft ligt het niveau weer op dat van de jaren tachtig, ver voor de digitale revolutie.
Geeft de consument dan helemaal niets meer om onderscheidende eigenschappen als een grote sensor, een betere beeldkwaliteit, meer zoom, minder beeldruis, een mooie beperkte scherptediepte (bokeh) en verwisselbare lenzen? Jazeker wel, maar hoewel er kwalitatief nog steeds grote verschillen zijn, is het gat in de laatste jaren een stuk kleiner geworden. Dat komt slechts in beperkte mate door betere hardware. Weliswaar zijn processoren krachtiger geworden, lenzen lichtsterker en sensors wat groter. De afstand tot aps-c- en fullframecamera's is daarmee slechts beperkt ingelopen.
Veel groter kunnen de sensors en lenzen niet worden. Door hardwarematige en natuurkundige beperkingen, zoals de brandpuntsafstand en de lichtopbrengst, kunnen kleine smartphonesensors nooit opboksen tegen grote sensors en lenzen, maar steeds slimmer wordende software en kunstmatige intelligentie kunnen dit verschil deels overbruggen of op z'n minst verbloemen. Ze worden vandaag de dag al gebruikt in moderne smartphones.
Door in plaats van een enkele foto meer foto's te maken en deze samen te voegen, ontstaat een hoger dynamisch bereik. Door diepte te meten met verschillende camera's en kunstmatige onscherpte toe te voegen ontstaat een portretfoto die er (bijna) uitziet alsof hij met een professionele camera is gemaakt. En door donkere beelden met ruis te analyseren en luchten te herkennen, kan de ruis in egale delen worden weggewerkt, terwijl details in andere delen behouden blijven. In plaats van grotere sensors en lenzen gebruiken fabrikanten hard- en softwarematige trucs. Het resultaat is een foto die, zeker op het eerste gezicht, niet onderdoet voor die van een serieuze camera. Uiteraard zal een ervaren fotograaf verschillen opmerken, maar op een platform als Instagram is het verschil voor leken vaak amper zichtbaar.
Tegelijk is 'ai' intussen een beetje een buzzwoord geworden en claimt iedere fabrikant dat zijn producten kunstmatig intelligent en zelflerend zijn, wat natuurlijk lang niet altijd zo is. In dit artikel bekijken we wat smartphones zoal doen op dit vlak, hoe dat zich uit, wat de verschillen zijn en waar het in de nabije toekomst heengaat.
Met dank aan Balance voor het idee voor dit artikel en een deel van de uitwerking.