Bij zowel schoolbesturen als dienstverleners in de sector werden meer reguliere contracten uitgegeven.
Sinds de invoering van de arbeidswet in 2015, die voluit de Wet werk en zekerheid (Wwz) heet, steeg het aantal reguliere contracten bij schoolbesturen met 230 procent vergeleken met de periode ervoor. Bij dienstverleners is er sprake van een toename van ruim 150 procent.
Dat staat in een zogenoemde quickscan van onderzoeksbureau Penta Rho dat de gevolgen van de Wwz in het bijzonder onderwijs onderzocht in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
De Wwz is door demissionair minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) ingevoerd om het aantal flexcontracten terug te dringen en moet het vaste contracten tegelijkertijd aanjagen. Er is veel kritiek omdat de Wwz in sommige sectoren zijn doel zou missen.
Positie
Volgens het onderzoek is ook de positie van de invalkracht in het bijzonder onderwijs veranderd. Ze hebben een stevigere positie gekregen waardoor de arbeidsmarkt voor hen is veranderd van een aanbodmarkt naar een vraagmarkt.
In de wet staat dat na drie tijdelijke contracten in twee jaar een vast contract moet volgen. Er geldt een uitzondering als er sprake is van een griepgolf. In dat geval mogen scholen voor maximaal veertien dagen onbeperkt leerkrachten laten vervangen.
Door deze wet zijn de invalkrachten zich bewuster geworden van hun positie op de arbeidsmarkt. Ze zijn selectiever geworden in het aannemen van tijdelijk werk en geven eerder de voorkeur aan langdurige vervanging. Scholen hebben zo meer moeite met het zoeken naar vervangers, aldus het onderzoek.
Scholen ervaren wel meer regeldruk. Zij moeten nauwkeuriger bijhouden wie wanneer een contract krijgt aangeboden voordat ze verplicht zijn een vast contract te verstrekken.
Lerarentekort
Het onderzoek legt eveneens bloot dat het tekort aan vervangers nijpender is dan gedacht. Van 1 juli 2016 tot 1 januari 2017 is het nog moeilijker geworden om vervangingsvacatures en dan met name kortdurende vervanging (korter dan veertien dagen) in te vullen, schrijven de onderzoekers.
Dit vraagt om actie, schrijft demissionair staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) vrijdag aan de Kamer. Er is inmiddels een plan van aanpak voor dit probleem ingediend.
Dekker benadrukt verder dat het om een studie gaat en daarmee niet de status van een wetenschappelijk rapport heeft. De bewindsman trekt er daarom geen harde conclusies uit.