Hernieuwde chaos telecomkabels voorzien door amendement?
Via Bouwmachines.nl

Hernieuwde chaos telecomkabels voorzien door amendement?

Inleiding

Deze week staat tussen neus en lippen door een vergaande wijziging van de Telecommunicatiewet op het programma. Het gaat hier om een amendement voor het wijzigen van een wetsvoorstel van de Telecommunicatiewet, dat meelift op de wijziging van Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion) naar de Wibon (onder- en bovengrondse netten), wat het neus-en-lippen-deel verklaart. Hiermee lijkt de goede Sint voor de aanbieders van telecomnetten dit jaar al vroeg met cadeaus te gaan strooien.

In de grond ligt een grote verscheidenheid aan kabels en leidingen, met allemaal hun eigen functie. De kabels en leidingen zijn vaak eigendom of in beheer bij partijen die geen eigenaar of beheerder van de grond zijn. Om te kunnen aanleggen in andermans grond dienen er afspraken gemaakt te worden, of geldt er wetgeving.

Voor kabels die bestemd zijn voor openbare communicatie geldt de Telecommunicatiewet. Uit de historie van de wet valt af te leiden dat de informatievoorziening wordt gezien als een cruciaal onderdeel van de samenleving. Zo cruciaal, dat een beheerder (aanbieder genoemd in de wet) van openbare netwerken zonder al te veel moeite het eigendomsrecht van de grondeigenaar opzij kan zetten. Dit is enkel voor deze aanbieders op deze wijze geregeld; beheerders van andere netten (water, elektriciteit, gas, warmte, etc.) moeten een lange procedure doorlopen en uiteindelijk een gedoogplicht aanvragen bij de minister.

Toen in 1998 de telecommarkt ook nog eens een vrije markt werd, waardoor iedereen die zich registreerde als aanbieder gebruik kon maken van de gedoogplicht uit de Telecommunicatiewet, gingen de remmen los. Er werden bundels voorzieningen aangelegd, zonder dat er concreet uitzicht was op ingebruikname en de grondeigenaar kon er niets tegen doen, want de wet bevatte de gedoogplicht.

In 2008 is de Telecommunicatiewet aangepast en is er een rem op de aanleg toegevoegd. Deze rem bestaat uit een artikel waarin staat dat, als kabels in een aaneengesloten periode van 10 jaar niet gebruikt worden, de gedoogplicht op deze kabels vervalt en de grondeigenaar mag eisen dat de kabels verwijderd worden. De gevolgen van het ontbreken van de rem tussen 1998 en 2008 komen we nog dagelijks tegen bij projecten, waarin grote bundels kabels de werkzaamheden hinderen. De eigenaars van veel van de kabels zijn vaak lastig te achterhalen, omdat ze van eigenaar verwisseld zijn, de eigenaar is failliet gegaan of de registratie is niet op orde.

Met het aanpassen van de Telecommunicatiewet wordt nu een amendement ingebracht, dat het evenwicht dat in 2008 is gecreëerd tussen het eigendomsrecht van de grondeigenaar en het recht om kabels in de grond aan te leggen en te houden voor openbare telecommunicatie danig kan verstoren.

Amendement

De rem: de opruimplicht voor telecomkabels die 10 jaar niet gebruikt zijn, is in 2008 in werking getreden. Dit betekent dat de eerste gevallen zich vanaf januari 2018 konden voordoen waarin een (ex)gedoogplichtige een verzoek tot verwijdering zou richten aan de aanbieder. Een ander gevolg van het wegvallen van de gedoogplicht is dat de kabels vatbaar worden voor precariobelasting. Dit is reden geweest om de wet aan te gaan passen, omdat precariobelasting sterk kostenverhogend werkt en dit de uitrol van snelle breedband zou kunnen gaan verstoren. De wet wordt aangepast, waarbij de gedoogplicht blijft doorlopen totdat de gedoogplichtige een verzoek tot verwijderen doet. Hiermee wordt voorkomen dat de aanbieder op kosten gejaagd wordt, terwijl het eigendomsrecht van de grondeigenaar enkel beperkt wordt tot het moment dat hij een verzoek doet. Tot zover geen reden om er een artikel aan te weiden.

Nu is er een amendement ingebracht (dossier 34 739, nr. 9) dat één woord toevoegt aan de 'opruimplicht', namelijk het woord redelijk. Uit de toelichting blijkt dat er vooral gedacht wordt aan de uitrol van breedband en wordt zelfs de 'omgevingsoverlast' gebruikt om te verantwoorden dat een verzoek redelijk dient te zijn. Redelijk is een verzoek wat betreft de indieners niet als de kabels technisch geschikt zijn voor breedband, of voor het aansluiten van gebruikers. Deze informatie zal van de aanbieder zelf moeten komen en heeft er belang bij dat hij geen kosten maakt voor het verwijderen van oude zooi, omdat dat geen geld oplevert.

Met het amendement wordt de rem op aanleg van voorzieningen verstoord. Let wel, het gaat hier om voorzieningen die al 10 jaar ongebruikt in gronden van iemand liggen die daar niets tegen heeft kunnen doen! De verstoring kan voor aanbieders een reden zijn om onder het mom van snelle breedband een sleuf weer lekker vol te leggen met niet gebruikte voorzieningen. Zolang ze in de toekomst wellicht ooit een doel zouden kunnen dienen is een verzoek van een gedoogplichtige in beginsel onredelijk. Dat levert een dusdanige drempel op, in ieder geval een grijs gebied waarin veel discussie mogelijk is, dat het risico op het moeten verwijderen van overtollige kabels sterk is verkleind.

Chaos?

De vraag die gesteld moet worden is, of het amendement niet gaat zorgen voor hernieuwde chaos in de grond. De opstellers hebben hier gezien de toelichting geen enkele rekening mee gehouden. Wat mij betreft is het in ieder geval onzorgvuldig van de politiek als het artikel wordt aangepast vanwege de redenen die in het amendement worden genoemd, terwijl het artikel er met een belangrijk ander doel is gekomen. Dat doel, de rem op aanleg van voorzieningen zonder dat er concreet uitzicht op gebruik is, dient meegewogen te worden als de gevolgen van het aanpassen van de 'opruimplicht' de revue passeren.

Ik signaleer uitholling van het zorgvuldig tot stand gekomen stelsel van de Telecommunicatiewet en hernieuwde chaos in de ondergrond als de wetgever toegeeft aan deze voorgestelde aanpassing, omdat de impact voor eigenaren, bouwers en andere netbeheerders niet is meegenomen in het voorstel.

To view or add a comment, sign in

Explore topics